Kaartspellen met 2: 20 toppers voor eindeloos spelplezier

Bij kaart- en bordspellen denk je vaak spontaan aan een tafel gevuld met vrienden en familie (en véél hapjes en drankjes, ahum). Topavonden dus. Maar kaartspellen met 2 spelen? Dat kan ook al eens gezellig zijn. En geef toe: het merendeel van de tijd zijn al die andere spelers toch zoek. 

Er zijn talloze kaartspelletjes die je met 2 kunt spelen, maar écht goede? Die zijn eerder zeldzaam (vind ik zelf). “Gelukkig” zijn zowel ik als mijn vriendin tijdens de COVID-19 pandemie (onverwacht) experts geworden in kaartspellen met 2. Hieronder vind je een selectie van onze topfavorieten!

Ik besef dat het woord “kaartspel” verschillende zaken kan betekenen voor verschillende mensen, maar geen nood: deze blog bevat voor ieder wat wils! 

• Kaartspellen met 2 die je eerder als “bordspellen zonder bord” zou kunnen zien 
• Trading Card Games: kaartspellen met 2 waarbij je kaarten verzamelt, ruilt en zo een uniek, eigen deck samenstelt om tegen anderen te spelen 
• Kaartspellen met 2 die je met één standaard boek speelkaarten kan spelen 

Benieuwd? Scrol rustig verder of klik in het lijstje hierboven meteen door naar de kaartspellen voor 2 die jou het meest interesseren! 

Veel plezier!  

(PS Heb je eigen aanraders? Deel ze onderaan dit artikel. Benieuwd!)

Kaartspellen met 2: bordspellen zonder bord

Dit soort kaartspelletjes voor 2 personen hoort eigenlijk thuis bij de bordspellen (maar dan zonder bord!). Ze hebben een leuk thema/vormgeving en een unieke insteek. Daardoor kan je ze meestal niet spelen met een standaard/traditioneel boek speelkaarten.

1. Circle the Wagons

In ‘Circle the Wagons’ proberen beide spelers hun eigen stad te ontwikkelen, maar slechts een van hen zal de beste van het Wilde Westen bouwen!

Aan het begin van het spel worden 3 bonuskaarten in het midden van de tafel gelegd. In een cirkel rond deze bonuskaarten worden ook een aantal landschapskaarten gelegd.

Spelers kiezen vervolgens om de beurt (met de klok mee) een kaart uit de cirkel die ze willen plaatsen, maarrr… dit spel maakt gebruik van een uniek selectiemechanisme, waarbij iedere overgeslagen kaart naar de tegenstander gaat. Interessant!

Door kaarten slim aan te leggen, bouwen beide spelers beetje bij beetje een landschap. Het doel is om zo groot mogelijke gebieden per terreintype (bos, gebergte, enz.) te vormen in je landschap en zo punten te verdienen.

Op het einde van het spel bepalen de 3 bonuskaarten in het midden van de tafel extra manieren om punten te scoren.

Een leuk kaartspel voor 2 dat met weinig kaarten veel variatie biedt! Zet’m op, cowboys!

2. Silver Coin

Je dorp is overspoeld door woeste weerwolven. Om sneller dan de naburige dorpen van dit ongedierte af te komen, gebruik je de speciale vaardigheden van je inwoners. 

Iedereen begint het spel met 5 gedekte kaarten voor zich (je dorp), waarbij iedereen even 2 kaarten naar keuze in z’n eigen dorp mag bekijken. De kaarten zijn genummerd van 0 tot 13.  

Het nummer geeft aan hoeveel weerwolven het karakter op die kaart aantrekt, en elk karakter (nummer) heeft een andere speciale kracht (kaarten stelen, kaarten bekijken, etc.).  

Als je aan de beurt bent, trek je de bovenste kaart van de stapel of van de aflegstapel. Die kaart

• leg je dan ofwel af om de kracht van de kaart te gebruiken (maar alleen als hij van de stapel komt),
• ofwel leg je ze af zonder de kracht te gebruiken (idem),
• ofwel ruil je één of meer van de kaarten in je dorp voor deze kaart.  

Je kunt alleen meerdere kaarten vervangen als ze hetzelfde nummer hebben, en je moet de kaarten openleggen om dit te bewijzen.  

Heb je het mis? Dan word je gestraft! Denk je dat je dorp het kleinste aantal weerwolven heeft? Vraag dan om een stemming, maar wees voorzichtig; alle anderen krijgen nog een beurt om eerst hun eigen dorp te redden…  

De speler met de minste weerwolven/punten aan het einde van het spel wint! 

Of je dit kaartspel nu met 2, 3 of 4 speelt. Het is altijd even leuk! Als je met 2 speelt dan weet je beter wat de andere speler wel en niet heeft en kun je hem/haar zo makkelijker/bewuster dwarsbomen.

Speel je met meer? Dan verlies je dat overzicht een beetje en krijgt het spel meer de vibe van een luchtige party game.

Geluk is altijd een grote factor in dit spel, maar door slim te roeien met de riemen die je hebt kan je dat serieus compenseren!

3. Claim

‘Claim‘ is een snel, luchtig en makkelijk slagenspelletje voor 2 personen met een leuke mix van tactiek en geluk.

De koning is net gestorven, en de 5 volkeren in zijn rijk moeten besluiten wie hem zal opvolgen. Jij… of je tegenstander. Heb jij de troeven in huis om ze voor je te winnen?

Een spelletje Claim bestaat uit 2 rondes van telkens 13 slagen:

• In de eerste ronde stel je eerst een leger samen met soldaten uit de 5 volkeren in het koninkrijk.
• In de tweede ronde strijd je met je kersverse leger om zoveel mogelijk aanhangers voor je claim op de troon.

De speler die de meeste kaarten van een bepaald volk wint tijdens de eindstrijd wint ook de stem van dat volk bij de puntentelling. Heb je van minstens 3 van de 5 volkeren de meeste kaarten aan het einde van het spel? Dan win je!

Ieder volk heeft echter verschillende eigenschappen die de slagen telkens een twist geven en ook een leuke dynamiek, onverwachte wendingen en variatie in het spel brengen. Verslavend! 5 spelletjes Claim na elkaar spelen is dan ook geen uitzondering.

Uitbreidingen

De smaak te pakken? Goed nieuws! Claim heeft ook een leuke variant – ‘Claim 2‘ – en uitbreidingen die je kan combineren met het basisspel of met Claim 2 voor nog meer spelplezier! Klik door om ze te bekijken:

4. Ohanami

In ‘Ohanami’ – een snel en eenvoudig kaartspelletje voor 2 tot 4 personen – is het de bedoeling om prachtige tuinen aan te leggen met watervalletjes, planten, stenen objecten en bloesems.

Het spel bestaat uit 120 kaarten – genummerd van 1 tot 120 – die elk één van 4 mogelijke symbolen hebben (water, planten, stenen objecten en bloesems).

Iedere speler krijgt een starthand van 10 kaarten, kiest er 2 uit om neer te leggen, en geeft zijn of haar hand vervolgens door. Dat gaat zo door tot alle handkaarten op zijn.

De kaarten die je bijhoudt kan je in maximaal 3 rijen voor je neerleggen. Wanneer je een rij start of uitbreidt, dan moet de nieuwe kaart die je bij aanlegt hoger zijn dan de hoogste kaart of lager zijn dan de laagste kaart in die rij. Anders kan je ze niet leggen.

Zo speel je 3 rondes. Tijdens iedere ronde is de puntentelling anders:

• Zo krijg je tijdens de eerste ronde enkel punten voor waterkaarten,
• tijdens de tweede ronde voor water en planten,
• en tijdens de derde ronde voor alles in je tuin.

Je moet dus goed kiezen wat je voor de neus van je tegenstander wegsnoept, inschatten wat hij/zij wel of niet zal pakken en proberen om iedere ronde zoveel mogelijk kaarten te leggen die ofwel meteen goed scoren, ofwel wat later!

De bloesems kunnen de eindscore bijvoorbeeld serieus overhoop gooien.

Rustgevend aanradertje dat je soms voor moeilijke keuzes stelt!

5. Kwatro

‘Kwatro‘ is een “tegellegspelletje” voor 2 tot 4 spelers. Elk van de 64 kaarten in het spel bevat 3 eigenschappen –  een kleur, een vorm en een getal – met elke eigenschap in 4 verschillende soorten.

Elke speler krijgt 4 kaarten op hand. Daarna wordt één startkaart en een trekstapel op tafel gelegd. Als je aan de beurt bent, kun je 1 tot 4 kaarten toevoegen aan het raster dat al op tafel ligt. Alle kaarten moeten op dezelfde lijn worden gelegd.

Een lijn bestaat uit 2, 3 of 4 kaarten op een rij waarbij elke individuele eigenschap (kleur, vorm en nummer) ofwel hetzelfde is op elke kaart ofwel verschillend op elke kaart.

Je kunt ook kiezen om te passen, geen, enkele of al je kaarten op de bodem van de trekstapel te leggen en nieuwe kaarten te nemen.

Na je beurt tel je de waarde op van alle kaarten die je zonet gelegd hebt. Als een van deze kaarten deel uitmaakt van 2 lijnen, worden ze 2 keer geteld. Als een speler tijdens zijn beurt een lijn van 4 kaarten maakt, worden alle punten voor de hele beurt verdubbeld.

Het spel eindigt als de trekstapel op is en een speler zijn laatste kaart uitspeelt. Die speler krijgt dan dubbele punten voor die beurt. De speler met de hoogste score wint!

Leuk, luchtig en compact kaartspelletje. Ideaal als reisspel ook!

6. Riftforce

In ‘Riftforce’ hebben de ‘rifts‘ (magische kloven/ravijnen) de aarde verscheurd. ‘Riftforce‘ verspreidde zich over het land en riep allerlei elementale krachten tot leven (vuur, water, wind, enz.).  

De mensheid vormde gildes en leerde deze krachten beheersen. Terwijl ze streden om Riftforce, smeedden de gilden tijdelijke allianties om hun unieke vaardigheden te delen en de toegang tot de Rifts te bewaken.  

Nu is het aan jou! Kies je gilden, combineer hun unieke krachten en trek ten strijde. Verkrijg Riftforce (punten, basically) van het land dat je beheerst en van alle vijanden die je uitschakelt, totdat je genoeg hebt om de macht voorgoed te grijpen!  

Iedere gilde heeft zoals gezegd unieke krachten (sommige doen veel schade aan één vijand, sommige een beetje schade aan veel vijanden, sommige hebben helende eigenschappen, etc.) en aangezien je ieder spel met een andere mix van 3 gilden speelt krijg je telkens een heel andere dynamiek en veel tactische variatie.

Een vlot kaartspel voor 2 personen!

7. CuBirds

In ‘CuBirds‘ verzamel je vogelfamilies om te winnen. Centraal op tafel liggen rijen met telkens vogels. Het is de bedoeling om vogels uit je hand bij een rij aan te leggen om zo andere vogels in te sluiten. 

Lukt het je om vogels in te sluiten? Dan pak je die vogels en neem je ze op hand. Op die manier vorm je kleine of grote vogelfamilies waarvan je er één of een paar mag bijhouden voor je eigen collectie. 

Heb je 7 verschillende vogelsoorten of minstens 3 vogels van 2 vogelsoorten? Dan win je het spel! Slim je kaarten neerleggen om zo de vogels die je nodig hebt te verzamelen is dus de boodschap! 

Leuk, luchtig en een tikkeltje slinks! 

8. Star Realms

‘Star Realms’ is een snel strategisch kaartspel voor 2 spelers. Tijdens het spel drijf je handel om nieuwe schepen en basissen te verwerven.

Je gebruikt de schepen en basissen die je verwerft om zo meer handel te genereren of om je tegenstander en zijn basissen aan te vallen. Als je de score van je tegenstander (‘Authority’ genoemd) tot nul reduceert, win je!

Véél spel in een klein doosje!

9. Sprawlopolis

In ‘Sprawlopolis‘ werken 1 tot 4 spelers samen om een nieuwe stad vanaf de grond op te bouwen tot een metropool.

Met slechts 18 kaarten en een variabel puntensysteem is het spel nooit hetzelfde. Elke beurt spelen de spelers 1 kaart uit hun hand en proberen ze zo veel mogelijk punten te scoren.

Daarbij moet je goed communiceren en plannen zonder je eigen kaarten te onthullen om efficiënt grote gebieden te ontwikkelen in elk van de 4 zonetypes.

Maar let op: de stad heeft een hekel aan het betalen voor wegenonderhoud, dus elke weg kost je uiteindelijk strafpunten.

Als alle kaarten gelegd zijn, eindigt het spel en kijken de spelers of ze de minimumscore voor hun spel hebben gehaald.

Kun jij voldoen aan de eisen van de ambtenaren, samenwerken met je collega-planners en het ultieme stadswonder bouwen? Uitdagend is het zeker!

En samenwerken? Zo eens iets anders!

10. Conspiracy: Abyss Universe

In de diepten van het onderzeese ‘Abyss’ koninkrijk zijn intrige en corruptie schering en inslag. De Oceanische Senaat is het centrum van een constante machtsstrijd. Politieke tegenstanders plotten er constant tegen elkaar om aan invloed te winnen.

In ‘Conspiracy: Abyss Universe’ probeer je de leden van de senaat dan ook voor je te winnen voor je tegenstander dat kan doen en verzamel je een rijkdom aan parels om over het Abyss rijk te heersen!

De spelkaarten bestaan in 5 kleuren, met 12 kaarten van elke kleur genummerd van 0 tot 6. Tijdens het spel trek je kaarten (leden van de senaat) en voeg je deze al dan niet toe aan je senaat: een omgekeerde kaartenpiramide (5 op de bovenste rij, 4 op de voorlaatste, enz.).

Sommige kaarten tonen ook sleutels of parels. Dankzij sleutels kan je ‘locatiekaarten’ met voordelen vrijspelen. Ben je aan het einde van het spel de parelmeester met de meeste parels? Dan krijg je daar ook extra punten voor.

Het spel eindigt zodra iemand zijn piramide afmaakt. Voor elke kleur scoor je punten gelijk aan de kaart met de grootste waarde in je piramide.

Daarnaast kijk je voor elke kleur naar de grootste groep kaarten in je piramide en scoor je voor elk van die kaarten 3 punten. Wie aan het eind van het spel de parelmoerkaart in handen heeft, krijgt daarvoor 5 punten. De speler met de hoogste score wint!

Het komt er in dit spel op aan de juiste kaarten op het juiste moment te grijpen en ze zo gunstig mogelijk in je piramide te leggen. Simpele keuzes die vragen om moeilijke beslissingen. Prachtig geïllustreerd. Snel en toegankelijk!

11. Arboretum

In ‘Arboretum’ plan en leg je zorgvuldig tuinpaden aan voor de bezoekers van je park, zodat zij kunnen genieten van diverse soorten bomen. 

Iedere kaart toont een nummer en een bomensoort. Om een pad te maken, leg je bomen aan in stijgende lijn, waarbij je begint en eindigt met dezelfde bomensoort.  

Extra punten scoren? Dat kan door je pad met een 1 te laten beginnen of met een 8 te laten eindigen, of door 4 of meer kaarten van dezelfde soort na elkaar te leggen. 

Maar let op! Op het einde van het spel zijn ook de kaarten die je op hand houdt erg belangrijk. Enkel wanneer je de hoogste kaart van een bepaalde bomensoort op hand hebt, wordt je pad gescoord! 

Rustige setting, maar een pittig spelletje met een soms bitsig einde, of je dit kaartspel nu met 2, 3 of 4 speelt! 

12. Untamed: Feral Factions

In ‘Untamed: Feral Factions‘ kiezen jij en je tegenspeler elk 3 (van de 9) woeste dierenvolkeren uit om een deck samen te stellen. Doel van het spel? De 3 strongholds of burchten van je tegenstander tot schroot knocken. 

Ieder volk heeft z’n eigen krijgers, specialiteiten en items (lees: speelstijl). Op die manier kan je volkeren slim combineren om een bepaalde strategie uit te werken. Mooi vormgegeven. Gevarieerd. Spannend. Verslavend. Haal het in huis. 

Kaartspellen met 2: Trading Card Games 

Dit zijn kaartspellen met 2 waarbij je kaarten verzamelt, ruilt en zo een uniek, eigen deck samenstelt om tegen anderen te spelen . Oneindige variatie!

13. Pokémon TCG 

Tenzij je de afgelopen decennia onder een steen hebt geleefd, heb je de naam “Pokémon” en de term “Pokémonkaarten” ongetwijfeld al eens horen vallen.

Ironisch genoeg verzamelen en ruilen héél veel mensen deze kaarten zonder het eigenlijke spel te kennen. Gemiste kans, want het is erg leuk en biedt veel variatie!

In Pokémon TCG komt het er eigenlijk op neer om een deck van 60 kaarten samen te stellen bestaande uit

• Pokémon,
• energiekaarten (om aanvallen mogelijk te maken),
• en trainerkaarten (die allerlei speciale vaardigheden kunnen hebben: Pokémon evolueren, energie zoeken, enz.).

Tijdens het spel plaats je één “actieve” Pokémon tegenover je tegenstander om het gevecht aan te gaan, en tot 5 andere Pokémon op je “bank” om later in te zetten.

Door je Pokémon en trainerkaarten slim in te zetten en snel de juiste energie te bemachtigen, kan je je tegenstander schade berokkenen en uitschakelen. Daarna mag je een prijskaart nemen.

Slaag je erin om al je prijskaarten (6 in totaal) als eerste te nemen? Dan win je het spel!

14. Yu-Gi-Oh! TCG

Ook in het populaire kaartspel Yu-Gi-Oh! ga je een 1-op-1-gevecht aan met een uniek deck. Daarbij roep je monsters op, en gebruik je spreuken en vallen om je vijand te verslaan.

Beide spelers starten het spel met 8000 levenspunten. Doel van het spel? De levenspunten van je tegenstander naar 0 brengen natuurlijk!

15. Magic: The Gathering 

‘Magic: The Gathering‘ is een fantasy battle tussen spelers die de rol aannemen van “planeswalkers“, machtige wezens die kunnen reizen tussen de vele “planes of reality” die in het multiversum bestaan.

Tijdens deze fantastische reis bezoek je plaatsen, ontmoet je wezens en ontdek je spreuken. Alles wat je meemaakt wordt uiteindelijk je deck.

Je deck is zogezegd een verzameling van de plaatsen waar je bent geweest en de dingen die je hebt meegemaakt, samengebracht om tegen een andere speler te vechten.

Het doel van het spel is om je tegenstander te verslaan door zijn/haar levenspunten te herleiden van 20 naar 0. Dat doe je door magische wezens in te zetten en deze te ondersteunen en/of verdedigen met diverse spreuken.

Maarrr… uiteraard probeert je tegenstander hetzelfde bij jou te doen. Om te winnen moet je dus een mooie balans vinden tussen je eigen aanvalstactiek en een zorgvuldig opgestelde verdediging!

Kaartspellen met 2: één boek kaarten, véél spelvarianten! 

Kaartspellen met 2 die je met één standaard boek speelkaarten kan spelen? Die mogen uiteraard niet in dit lijstje ontbreken. Ik hoop je hieronder te kunnen verrassen met kaartspellen voor 2 personen die in België en Nederland iets minder bekend zijn, maar daarom niet minder leuk!

16. German Whist

De meeste slagenspellen werken pas echt goed met 3 of 4 spelers, maar German Whist is een zeldzame uitzondering. Ideaal kaartspel om met 2 te spelen! Al wat je nodig hebt is een standaard kaartenboek van 52 kaarten (aas is in dit spel de hoogste kaart, 2 de laagste).

Set-up

De spelers spreken af wie het eerst deelt. Na elke hand is het afwisselend de beurt aan de spelers om te delen. Er worden telkens 13 kaarten gedeeld aan iedere speler (één voor één).  

De voorraad niet-gedeelde kaarten wordt gedekt op tafel gelegd, behalve de bovenste kaart, die wordt omgedraaid en bovenop de voorraad/stapel gelegd. De kleur van deze open kaart bepaalt de troefkleur. 

Spelregels

Het spel verloopt in slagen en bestaat uit 2 fasen: 

• In de eerste fase strijden de spelers om goede kaarten uit de voorraad om deze aan hun hand toe te voegen. 
• In de tweede fase – wanneer de voorraad leeg is – gaat het erom de meeste slagen te winnen. De niet-deler leidt (speelt de eerste kaart) tijdens de eerste slag. 

Een slag bestaat uit één kaart die door elke speler wordt gespeeld. Degene die als eerste een slag speelt, mag elke kaart spelen en de andere speler moet indien mogelijk een kaart van dezelfde kleur spelen.  

Als de tweede speler geen kaarten van de gekozen kleur heeft, mag hij om het even welke kaart spelen. Als beide kaarten van dezelfde kleur zijn, wint de hoogste kaart de slag. Zijn ze van verschillende kleuren? Dan wint de eerste speler, tenzij de tweede speler een troef speelde. 

Als je een slag wint, moet je de open kaart van de stapel nemen en aan je hand toevoegen. De verliezer neemt dan de volgende (gedekte) kaart op de stapel zonder die aan de winnaar te tonen, zodat beide spelers opnieuw 13 kaarten in hun hand hebben.  

De twee bij de slag gespeelde kaarten worden omgedraaid en opzij gelegd. De bovenste kaart van de resterende stapel wordt open gedraaid. Dit verandert de troefkleur niet: de kleur van de kaart die aan het begin van het spel is omgedraaid, blijft troef tot alle kaarten zijn gespeeld. De winnaar van de zojuist gespeelde slag leidt de volgende slag. 

Zo wordt verder gespeeld tot er na 13 slagen geen kaarten meer in de voorraad zitten. De winnaar van de 13e slag leidt, en het spel gaat – dit keer zonder handkaarten te winnen – verder tot beide spelers (na nog eens 13 slagen) geen kaarten meer hebben.

In deze tweede fase legt elke speler de gewonnen slagen bij zich. Wie de meerderheid van de 13 slagen van deze tweede fase wint, wint het spel! 

Je werkt voortdurend met gedeeltelijke informatie, want hoewel je de bovenste kaart kent waarvoor je allebei speelt, kan de gedekte kaart daaronder (die naar de verliezer gaat) een sterke kaart of een troefkaart zijn.

Er is dus een gelukselement, maar je kan dit geluk met de juiste beslissingen wat naar je hand zetten (vooral als je probeert te onthouden welke kaarten zijn gespeeld en welke nog in het spel zijn).

Leuk!

17. Golf (met 6 kaarten)

Golf is een “push your luck” kaartspel dat je met 2 of meer spelers kan spelen. Het doel? Zo weinig mogelijk punten scoren tijdens een serie van 9 (of soms 18) deals of ‘holes’, net als in de golfsport! De speler met de laagste totaalscore na al die ‘holes’ wint uiteindelijk het spel.

Set-up

Golf wordt gespeeld met een standaard deck van 52 kaarten. De deler deelt – één per één – 6 kaarten uit aan elke speler en legt zo 2 rijen van 3 kaarten in een raster (2×3) voor elke speler. 

De resterende niet-gedeelde kaarten worden in het midden van de tafel neergelegd om een trekstapel te vormen. De bovenste kaart van de trekstapel wordt omgedraaid en naast de trekstapel gelegd om de aflegstapel te beginnen.  

Voordat het spel start, draait elke speler 2 willekeurige kaarten uit zijn raster om. De andere kaarten mag je pas bekijken

• in de loop van het spel: als je ze aflegt of omdraait
• of aan het einde van het spel: om je score te bepalen

Spelregels

De speler links van de deler begint, en de speelbeurt gaat met de klok mee. Als je aan de beurt bent moet je ofwel de bovenste kaart van het deck trekken, ofwel de bovenste kaart van de aflegstapel.  

Je mag de kaart die je trekt gebruiken om één van de 6 kaarten in je raster te vervangen. Als je er echter voor kiest om een gedekte kaart in je raster te vervangen, dan mag je er niet naar kijken voordat je beslist om deze te vervangen.

Leg de nieuwe kaart die je trok open in je raster, en leg de kaart die voorheen op die plaats lag open op de aflegstapel. Dan is de volgende speler aan de beurt. 

Als je een kaart van de voorraad trekt, kun je besluiten dat je die kaart eigenlijk niet in je raster wil. In dat geval leg je de getrokken kaart gewoon open op de aflegstapel en is de volgende speler aan de beurt.  

Het is echter niet toegestaan om de bovenste kaart van de aflegstapel te nemen en dezelfde kaart opnieuw af te leggen, waardoor je situatie ongewijzigd blijft. Als je ervoor kiest om de afgelegde kaart te nemen, dan moet je deze dus gebruiken om een van je rasterkaarten te vervangen. 

Het spel eindigt zodra een speler de laatste van zijn/haar 6 kaarten open voor zich heeft liggen. Daarna wordt de score voor elk raster geteld.

Score

Aan het einde van het spel worden de 6 kaarten van elke speler opengedraaid en als volgt gewaardeerd:

• elke aas is 1 punt
• elke twee telt -2 punten
• elke cijferkaart van 3 tot 10 telt nominaal/gewoon
• elke boer of koningin is 10 punten waard
• elke koning is nul punten waard
• een paar gelijke kaarten in dezelfde kolom levert 0 punten op voor de kolom (zelfs als de gelijke kaarten tweeën zijn)

De speler met de laagste totaalscore na 9 (of 18) keer delen wint!

18. GOPS

De naam GOPS is een acroniem voor “Game of Pure Strategy“, wat het eigenlijk ook is omdat de spelers allemaal met dezelfde kaarten beginnen en dus precies dezelfde kansen hebben. Doel van dit kaartspel voor 2? De meeste punten scoren!

Set-up

Sorteer een standaard deck van 52 speelkaarten per soort in 4 stapels (harten, klaveren, schoppen en ruiten). Iedere speler krijgt één stapel.

Eén stapel wordt uit het spel gehaald (bvb. schoppen) en één stapel (traditioneel ruiten) wordt geschud en gedekt midden op tafel gelegd als “prijzenstapel“. De bovenste kaart wordt opengelegd naast die stapel. Dit is “de prijs”:

• een aas is 1 punt waard
• 2 tot 10 hun nominale waarde (het cijfer dat op de kaart staat)
• boer, dame en heer zijn respectievelijk 11, 12 en 13 punten waard

Je mag je eigen kaarten bekijken, maar je moet ze verbporgen houden voor je tegenspeler.

Spelregels 

Nadat de prijs open ligt, legt elke speler gedekt een kaart uit zijn/haar hand voor zich neer om zo een bod te plaatsen op de prijs (koning is hoog, aas is laag). Als beide spelers klaar zijn, worden de biedkaarten tegelijkertijd open gelegd en wint de hoogste bieder de prijskaart.  

De biedkaarten worden dan afgelegd en de prijskaart wordt open/zichtbaar voor de speler gelegd die hem gewonnen heeft. Daarna wordt de volgende kaart van de prijzenstapel opengedraaid en bieden de spelers er op dezelfde manier op. 

Als de biedingen van beide spelers gelijk zijn, dan worden de biedkaarten afgelegd maar blijft de prijskaart aangeboden. Draai een extra prijskaart open en bied opnieuw. Weer gelijk? Voeg een extra prijskaart toe en bied opnieuw. Dit gaat zo door tot er een winnaar is. Die wint alle open prijskaarten.

Als de laatste biedkaarten van de spelers gelijk zijn, wordt de laatste prijskaart (en alle andere extra prijskaarten die nog steeds open liggen) door geen van beide spelers gewonnen. 

Score

Als beide spelers geen biedkaarten meer hebben, eindigt het spel. Elke speler telt de waarde van de ruiten die hij in biedingen heeft gewonnen (aas = 1, 2-10 nominale waarde, boer = 11, koningin = 12, heer = 13) en het hoogste totaal wint het spel!

19. Spit!

Spit! is een kaartspel voor 2 spelers waarin je je kaarten zo snel mogelijk weg probeert te spelen. De spelers wisselen elkaar niet af: je moet sneller en alerter zijn dan je tegenstander om hem/haar te overklassen.  

Door als eerste al je voorraadkaarten uit te spelen, kan je bij elke deal het aantal kaarten waarmee je de volgende deal start verminderen. Slaag je daar meerdere keren na elkaar in? Dan kun je uiteindelijk al je kaarten wegspelen en zo het spel winnen!

Set-up

Schud een standaard deck van 52 kaarten en verdeel de kaarten gelijk (één per één): 26 voor elke speler. 

Elke speler neemt zijn/haar kaarten en verdeeld deze over 5 gedekte stapels die in een rij naast elkaar liggen:

• de eerste stapel bevat 1 speelkaart
• de tweede 2
• de derde 3
• de vierde 4
• de vijfde 5

Draai daarna de bovenste kaart van elke stapel open.

Elke speler legt de overige kaarten vervolgens in een gedekte stapel voor zich neer. Dit zijn hun “Spit!-kaarten”/hand. Ze mogen deze niet bekijken.

Spelregels

Als beide spelers klaar zijn, roepen ze allebei “Spit!” en draaien ze hun bovenste “Spit!- card” om (naast elkaar in het midden van de tafel, tussen de voorraadstapels van de spelers).

Deze kaarten vormen zo twee aparte “Spit!-stapels” (die beide spelers mogen gebruiken). Het doel is om alle kaarten van je voorraadstapels op de “Spit!-stapels” te krijgen.

De spelers spelen nu tegelijkertijd zo snel als ze willen, maar ze mogen slechts één hand gebruiken, en slechts één kaart per keer verplaatsen!

• Om een open kaart van één van je voorraadstapels op één van beide “Spit!-stapels” te spelen moet deze kaart ofwel 1 hoger of 1 lager zijn dan de zichtbare kaart die bovenaan op de “Spit!-stapel” ligt. Kleur en soort kaart doen er niet toe. Een aas is hoger dan een koning en lager dan een 2. Dus op een aas mag je ofwel een koning of een 2 leggen.
• Als de bovenste kaart van één van je voorraadstapels gedekt ligt, dan mag je de bovenste kaart omdraaien.
• Als één van je voorraadstapels leeg is, dan mag je de bovenste kaart van één van je andere voorraadstapels open op die plek leggen (maar je mag nooit meer dan 5 voorraadstapels hebben!).

Als een kaart een nieuwe stapel of speelveld raakt, dan is ze gespeeld. Dit betekent dat je ze niet meer terug kan trekken en dat je tegenstander erop mag spelen. Verder moet je ook steeds doorspelen als je kan doorspelen.

Kunnen beide spelers toch geen volgende move doen? Dan roepen ze allebei “Spit!” en draaien ze tegelijkertijd een kaart van hun hand open op de “Spit!-stapels” om daarna door te kunnen spelen.

Zodra één van beide spelers al zijn/haar voorraadkaarten heeft weggespeeld, legt hij zijn/haar hand op één van de “Spit!-stapels” en dan eindigt de ronde.

De stapel die de snelste speler koos, voegt hij/zij toe aan zijn/haar hand. De andere speler voegt de andere “Spit!-stapel” en de kaarten die hij/zij nog over had toe aan zijn/haar hand. Beide spelers schudden hun hand en vormen opnieuw voorraadstapels zoals in de eerste ronde.

Als één speler minder dan 15 kaarten heeft, dan verdeeld hij/zij ze over 5 voorraadstapels op de gebruikelijke manier (voor zover mogelijk) om vervolgens alle bovenste kaarten van de voorraadstapels open te draaien.

Deze speler heeft nu geen handkaarten meer, wat betekent dat er nog maar één “Spit!-stapel” in het midden van de tafel ligt. Als één van beide spelers zijn/haar hand op die stapel legt na het wegspelen van alle voorraadstapels, voegt de andere speler deze opnieuw aan zijn/haar hand toe.

De eerste speler die op die manier al zijn kaarten wegspeelt is de winnaar!

20. Spite and Malice

‘Spite and Malice‘ is een soort competitief patience (solitaire) spel voor 2 spelers. Beide spelers proberen als eerste van een stapel voorraadkaarten af te komen door ze naar gezamenlijke middenstapels te spelen (in opwaartse volgorde). Dit is geen race zoals in Spit. Je speelt om beurten.

Set-up

Schud 2 standaard decks van 52 kaarten door elkaar. Deel 20 kaarten uit aan elke speler. Hiermee maken ze elks een (persoonlijke) gedekte voorraadstapel.

De bovenste kaart van beide voorraadstapels wordt opengedraaid. De overige kaarten worden gedekt in het midden van de tafel gelegd als centrale trekstapel.

Spelregels

Het doel van het spel is om als eerste speler alle kaarten uit je voorraad weg te spelen. Kaarten uit je voorraad kan je wegspelen naar (maximum 4) middenstapels in het midden van de tafel.

Elke speler kan zo’n stapel starten met een aas (of koning). Daarna kunnen spelers tijdens hun beurt stapels verder opbouwen door er telkens één of meerdere opeenvolgend hogere kaarten op te leggen (een 3 op een 2, een 4 op een 3, enz.).

Kleur speelt daarbij geen rol. De dame is de hoogste kaart in het spel. Koningen dienen als joker: ze kunnen gespeeld worden als elk nummer.

De speler met de hoogste kaart op zijn/haar voorraadstapel begint het spel. Hij/zij neemt 5 kaarten van de centrale trekstapel zonder deze te laten zien aan de tegenspeler.

De eerste speler kan een middenstapel beginnen met een aas of een koning uit zijn/haar hand of met de bovenste kaart van zijn/haar voorraadstapel (als dit een aas of koning is uiteraard).

Daarna kan hij/zij in dezelfde beurt die stapel beginnen opbouwen met een 2, 3, enz. Je mag dus – indien mogelijk – meerdere kaarten tijdens één beurt op één of meerdere middenstapels leggen.

Diezelfde speler eindigt zijn/haar beurt door een handkaart af te leggen op een van zijn/haar persoonlijke aflegstapels. Iedere speler kan tot 4 persoonlijke aflegstapels op een rij voor zich vormen.

Daarna is de tegenspeler aan de beurt. Deze kan met een aas of koning een nieuwe middenstapel vormen en/of verder bouwen op een reeds bestaande middenstapel met een handkaart of de bovenste kaart van zijn/haar voorraadstapel (waarna de volgende voorraadkaart open wordt gedraaid). In latere beurten kan je middenstapels ook verder opbouwen met de bovenste kaarten van je aflegstapels.

De beurt van de tegenspeler eindigt op dezelfde manier als hierboven. Na de eerste beurt vullen spelers (telkens aan het begin van hun volgende beurten) hun hand aan met kaarten uit de centrale trekstapel tot ze er weer 5 op hand hebben.

Wanneer een middenstapel wordt vervolledigd met een koningin, dan schudt de andere speler die middenstapel in/onder de centrale trekstapel. De beurt wordt op dezelfde manier als voorheen afgerond.

Spelers blijven zo om beurten verder spelen met als doel al hun voorraadkaarten op de middenstapels te krijgen. De speler die daar als eerste in slaagt wint het spel!

Opgelet:

• De bovenste kaart van je voorraadstapel kan je enkel op een middenstapel leggen, niet op één van je aflegstapels.
• Elke speler kan tot wel 4 aflegstapels hebben met een onbeperkt aantal kaarten in willekeurige volgorde/kleuren, maar je kan telkens enkel de bovenste kaart van zo’n aflegstapel wegspelen (de kaarten eronder (nog) niet).
• Kaarten van je aflegstapels kunnen enkel op de middenstapels gespeeld worden.
• Als een speler erin slaagt zijn/haar volledige hand weg te spelen tijdens zijn/haar beurt, dan trekt hij/zij 5 nieuwe kaarten van de centrale trekstapel en dan gaat de beurt gewoon verder.

Kaartspellen met 2: snelle recap

Leuk kaartspel voor 2 personen gespot? Hier vind je nog eens snelle links: